Het 'recht op maatschappelijke integratie' (RMI) verving in 2002 de bestaansminimumwet. Het 'leefloon' werd slechts één van de vormen van maatschappelijke integratie, naast 'tewerkstelling' of een 'individueel integratieproject'. De RMI-wet geeft bijzondere aandacht aan wie jonger is dan 25 jaar.
In België verblijven.
Meerderjarig zijn, of ontvoogd door huwelijk, of een kind ten laste hebben.
Van Belgische nationaliteit zijn, ofwel als vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister, ofwel erkend vluchteling, ofwel erkend zijn als staatsloze.
Geen inkomen hebben (of slechts een inkomen lager dan het leefloon).
Werkbereid zijn, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan.
Gebruik maken van andere rechten op uitkeringen (sociale zekerheid, onderhoudsverplichtingen).
Een tewerkstelling (voor min 25-jarigen binnen de drie maanden na de aanvraag).
Een individueel integratieproject dat leidt tot een tewerkstelling (verplicht voor min 25-jarigen).
Een leefloon (in afwachting van een tewerkstelling of tijdens het individueel integratieproject).
Categorie 1 - samenwonende persoon: € 858,97 per maand.
Categorie 2 - alleenstaande persoon: € 1.288,46 per maand.
Categorie 3 - persoon met gezinslast (minstens één minderjarig ongehuwd kind): € 1.741,29 per maand.
Vrijstelling belasting oppervlaktewater.
Sociaal maximumtarief elektriciteit en aardgas.
Verminderingskaart Belgacom en/of sociaal tarief andere telefoonmaatschappijen.
Sociaal abonnement 'De Lijn'.
Verhoogde tussenkomst in het kader van de ziekteverzekering (na 3 maanden recht).
Als de rechthebbende gezinshoofd is: vrijstelling van huisvuilbelasting.