Geschiedenis van de parochie Alken-Centrum

De oudste geschriften over Alken gaan terug tot 1066. Alken behoorde toen tot het Prinsdom Luik.
De parochie werd beheerd door het Kapittel van de O.L.V.-kerk van Hoei.

Alken heette toen "Alleche". In 1155 sprak men van Aldeke en in de loop van de 12de eeuw kwam men tot de huidige schrijfwijze.
Over de oorsprong van het woord bestaat onduidelijkheid. De enen zeggen dat het een afgeleide is van "olt". Anderen menen dan weer dat het een afleiding is van "Al(i)dacum" (elzenbos).
Dat Alken zijn oorsprong zou hebben in de patroonheilige St.-Aldegondis of in de poolvogel Alk, lijkt onwaarschijnlijk want de verering van St.-Aldegondis begon pas in de 15de eeuw en het bestaan van de poolvogel was in die tijd nog niet gekend.

Het Alkens schepenzegel dateert van het einde van de 17de eeuw.
De 18de eeuw stond in het teken van de godsdienstoorlog, de Franse Revolutie en de Boerenkrijg. Na deze woelige periode volgde de onafhankelijkheid van België en kende Alken als zelfstandige gemeente haar eerste burgemeester.