De eikenprocessierups

Eikenprocessierupsen trekken ‘in processie’ vanuit spinsels op stammen of dikke takken naar de bladeren van de boom. Het zijn vooral eikenbomen (inlandse, maar soms ook Amerikaanse) die hun voorkeur genieten. Tussen half april en begin mei komen de oranjeachtig gekleurde jongen uit de eitjes. Omdat zij nog geen brandharen hebben, is er dan nog geen risico op hinder. Na de derde vervelling, die doorgaans start rond half mei, krijgen de rupsen hun 700.000 microscopisch kleine brandharen en zorgen zij voor problemen. De volgroeide rupsen hebben een grijsgrauwe kleur met lichtgekleurde zijden en zijn bedekt met lange witte haren. Deze witte haren zijn niet de brandharen! Vanaf juli verpoppen de rupsen zich in een stevige cocon van haren en ander materiaal en groeien uit tot een onopvallende grijze nachtvlinder.